2.
Welke ruimtes heeft ieder huis?
12.
Vraagzinnen kun je maken met wie, wat, waar, welke, waarom en hoeveel.
Een andere manier is het verplaatsen van het werkwoord naar het begin van de zin.
Welke vraagzin is helemaal goed?
19.
Hoe maak je een vraagzin?
23.
Iemand vraagt iets aan jou. Je kunt dan ja of nee zeggen. Als het antwoord negatief is, gebruik je de woorden 'niet' of 'geen'.
Welke zin (met een negatief antwoord) is juist?
25.
Welke zin (met een negatief antwoord) is juist?
26.
Welke zin (met een negatief antwoord) is juist?
28.
Wat hoort bij elkaar?
30.
Wat is goed voor het milieu?