A1 Thema 1

Deze toets gaat over A1 thema 1.

Naam Email
1. 
Thema 1 Voorstellen
a


Je ziet je zus. Ze vraagt 'Hoe gaat het met jou?'. Wat zeg jij?
2. 
Je gaat naar huis. Wat zeg je?
3. 
Je kent iemand nog niet. Wat zeg je?
4. 
Wat is goed? (Welke zin is goed?)
5. 
Wat is goed? (Welke zin is goed?)
6. 
Wat is goed? (Welke zin is goed?)
7. 
Wat is goed? (Welke zin is goed?)
8. 
Wat is goed? (Welke zin is goed?)
9. 
Wat is goed? (Welke zin is goed?)
10. 
Hoe oud zijn je kinderen?
11. 
Welke letters zijn klinkers?
12. 
In welke woorden staan lange klinkers?
13. 
Willem en ik zijn de ouders van drie kinderen. Onze zoon heet Lucas. Hij is het oudste kind.
We hebben twee dochters: Suzanne en Maria. Suzanne is de jongste dochter.

Hoe heet onze oudste dochter?
14. 
Willem en ik zijn de ouders van drie kinderen. Onze zoon heet Lucas. Hij is het oudste kind.
We hebben twee dochters: Suzanne en Maria. Suzanne is de jongste dochter.

Hoe heet de broer van Suzanne?
15. 
Willem en ik zijn de ouders van drie kinderen. Onze zoon heet Lucas. Hij is het oudste kind.
We hebben twee dochters: Suzanne en Maria. Suzanne is de jongste dochter.

Hoe heet mijn man?
16. 
Welke 'de' en 'het' woorden zijn goed?

Plaats een reactie