A1 Thema 1 Woorden Deze toets gaat over A1 Thema 4. De toets heeft 30 vragen. Na de toets worden de juiste woorden zichtbaar. Naam Email 1. Welke letters zijn MEDEKLINKERS? a, e, i, o, u, y b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z 2. Welke letters zijn KLINKERS a, e, i, o, u, y b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, y, z a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o, p, q, r, s, t, u, v, w, x, y, z 3. Welke letters zijn LANGE klinkers? aa, ee, oo, uu aa, a, ee, e, i, oo, o, uu, u, y a, e, i, o, u, y aa, ee, oo, uu, eu, ie, ei, ui, oe, au, ou, ij 4. Hoeveel letters heeft het woord VROUW? 1 3 5 geen 5. Welke klinker of lange klinker hoor je? oo oe ui ie 6. Welke klinker of lange klinker hoor je? ui ei ij u 7. Welke klinker of lange klinker hoor je? ui eu uu ie 8. Welke klinker of lange klinker hoor je? eu ui uu au 9. Welke klinker of lange klinker hoor je? ei ij ie eu 10. Welke klinker of lange klinker hoor je? eu uu ui ou 11. Welke klinker of lange klinker hoor je? aa a e ee 12. Welke klinker of lange klinker hoor je? e ee i ie 13. Welke klinker of lange klinker hoor je? a aa eu e 14. Welke klinker of lange klinker hoor je? a e i o 15. Welke klinker of lange klinker hoor je? aa a bra au 16. Welke klinker of lange klinker hoor je? a e aa ee 17. Welke klinker of lange klinker hoor je? aa a e ee 18. Welke klinker of lange klinker hoor je? oo e oj o 19. Welke klinker of lange klinker hoor je? u uu eu ui 20. Welke klinker of lange klinker hoor je? a aa aaa raa 21. Welke klinker of lange klinker hoor je? e ee ei ui 22. Welke klinker of lange klinker hoor je? ij ei ee aa 23. Welke klinker of lange klinker hoor je? e ee o oo 24. De drie lidwoorden zij: een, geen, twee een, twee, drie de, het, geen de, het, een 25. Welk lidwoord hoort bij MAN? het man de man geen man 26. Welk lidwoord hoort bij BOEK? de boek het boek geen boek 27. Welk lidwoord hoort bij KIND? de kind het kind kind 28. Welk lidwoord hoort bij VROUW? de vrouw het vrouw mevrouw 29. Welk lidwoord hoort bij GESPREK? de gesprek het gesprek gesprekken 30. Welk lidwoord hoort bij KAT? de kat het kat katten Time's up
