Toetsen A1 Thema 3 Deze toets gaat over A1 thema 3. Naam Email 1. Thema 3 Vervoer Wat is openbaar vervoer?de bus, de trein, de tram, de fietsde bus, de trein, de tram, de autode bus, de trein, het vliegtuigde bus, de trein, de tram, de metro2. Hoe heet iemand die een auto bestuurt?de chauffeurde autode manhet stuur3. Als iedereen zich aan de ......... houdt, dan gebeuren er minder ongelukken.veiligheidregelsverkeer4. Wat betekent dit bord? Dit is een fietspad. Hier mogen alleen fietsers rijden.Dit is geen fietspad. Hier mogen alleen auto's rijden.Dit is een autoweg. Hier mogen alleen fietsers rijden.5. Wat is goed? (Welke zin klopt?)Een dag heeft 60 uren.Een uur heeft 60 minutenEen uur heeft 24 minuten.6. Hoe laat is het op deze klok? Het is half drie.Het is half voor vier.Het is half vier.Het is half na drie.7. Hoe laat is het op deze klok? Het is kwart over half vier.Het is kwart voor vier.Het is kwart over vier.Het is kwart na half vier.8. Hoe laat is het op deze klok? Tien over twee.Tien over half twee.Tien na twee.Tien na half twee.9. Welk antwoord is goed op de vraag: Hoe laat is het?Om vijf voor drie.Het is vijf voor drie.Over vijf voor drie.10. Je gaat vanmiddag met de trein naar Amsterdam. Welke zin is goed?Ik kom over een half uur.Ik vertrek om half vier.Het is half vier11. Er wordt gevraagd HOE je naar je werk gaat. Waar vraagt hoe naar?Naar een ding of persoon.Naar de tijd.Naar een plaats.Naar de manier waarop.12. Er wordt gevraagd WAAR je naar je woont. Waar vraagt waar naar?Naar een persoon of ding.Naar een plaats.Naar een reden.13. Er wordt gevraagd WAAROM je naar school gaat. Waar vraagt waarom naar?Naar een dingNaar de reden.Naar de manier waarop.14. Welke zin is goed?Hij gaan met de trap naar beneden.Hij gat met de trap naar beneden.Hij gaat met de trap naar beneden.15. Welke zin is goed?Komt jij uit Eindhoven?Kom jij uit Eindhoven?Komen jij uit Eindhoven?16. Welke 'de' en 'het' woorden zijn goed?de huis, de bushalte, de wedstrijd.het huis, het bushalte, de wedstrijd.het huis, de bushalte, de wedstrijd.17. Wat is het meervoud van 'de trap'?de traps.de trapen.de trappen.de trappers.18. Eindhoven ligt in het .............. van Nederland.Noorden.Oosten.ZuidenWesten19. Duitsland ligt ten ............... van Nederland.Noorden.OostenZuidenWesten20. In thema 2 heb je geleerd dat een woord lettergrepen heeft. Bijvoorbeeld het woord REIZEN. Dit woord heeft twee lettergrepen: REI-ZEN. Een woord met twee of meer lettergrepen heeft altijd een klemtoon. De klemtoon spreek je extra duidelijk uit. Bijvoorbeeld REI-zen. Welke lettergreep van het woord 'centraal' heeft de klemtoon?CEN-traal.cen-TRAALCENTRAAL.21. Welke lettergreep van het woord 'binnenkort' heeft de klemtoon?BIN-nen-kort.bin-NEN-kort.bin-nen-KORT22. Welke lettergreep van het woord 'proberen' heeft de klemtoon?PRO-be-renpro-BE-renpro-be-REN23. Welke lettergreep van het woord 'liefde' heeft de klemtoon?LIEF-delief-DELIEFDE24. Welke lettergreep van het woord 'oorbellen' heeft de klemtoon?OOR-bel-lenoor-BEL-lenoor-bel-LENoor-BELLEN25. Op welke plaats staat het werkwoord in de volgende zin? 'Hij staat op de trein te wachten.'Eerste plaats.Tweede plaats.Derde plaats.Vierde of vijfde plaats.Time is Up!